In het vorige hoofdstuk heb je twee bouwstenen van AI geleerd.
(Klik op de plusjes voor uitleg)
Algoritme
Een algoritme is een ander woord voor stappenplan. Bij computers gaat het dan vaak om het verwerken van data en/of het opstellen van een beslisboom.
Lerende systemen
Dankzij algoritmes kunnen computers (bijna) zelfstandig leren. Hoe meer data ze verwerken, hoe slimmer ze lijken. De Engelse term daarvoor is Machine Learning.
Machine Learning
Dankzij machine learning kan AI dus leren om liedjes te selecteren die passen bij jouw smaak, of om vervelende spam-berichten tegen te houden. Of om foto's te beoordelen.
Stel je voor ...
In Nederland komt een bepaalde oogziekte voor en iedereen moet daarop gecheckt worden. Je meldt je bij het ziekenhuis en er wordt een foto gemaakt van jouw oog.
Nadat de foto is gemaakt, krijg je een keuze
Je kunt je foto laten beoordelen door een oogarts of door een AI-systeem. Onderzoek toont aan dat beide manieren even betrouwbaar zijn.
Hoe kan dit eigenlijk: hoe kan een computer een foto beoordelen?
Dat komt omdat de computer algoritmes gebruikt om kleine stukjes van de foto te bekijken. Die kleine stukjes noemen we pixels.
Kijk eens goed naar dit stukje van een foto.
Kun jij aan de hand van de pixels zien of dit de bovenkant is van een 3 óf van een 4 ?
Alle foto's zijn opgebouwd uit pixels.
Dus niet alleen cijfers en letters. Maar werkelijk elke foto kun je opbreken in kleinere stukjes. AI-systemen leren die kleine stukje herkennen dankzij wat we 'deep learning' noemen.
Deep learning lijkt een beetje op hoe onze hersenen werken.
(Bekijk de video)
Alweer een hoofdstuk klaar!
Wat heb je geleerd:
AI-systemen leren van data. Dat heet machine learning.
Om foto's te kunnen analyseren, knippen we de foto op in pixels.
Dankzij deep learning kunnen we groepen pixels herkennen.
Deep learning lijkt een beetje op hoe onze hersenen werken.
Beeldherkenning is een belangrijk onderdeel van AI.